Laat mij
meteen met de deur in huis vallen : ik hou van Eddy Boey.
Akkoord,
Eddy is niet het type macho of atleet waar de media tegenwoordig vol van staan.
Eddy haalt de boekskes niet. Maar Eddy is een goed mens, uit één stuk,
wereldberoemd in Bredene, gesculpteerd uit ons duinenzand en graag gezien. Geen
grootspraak, eerder grootse stilte, maar daarom niet minder waardevol. Eddy op
café, aan den toog, is een beeld dat zo uit een schilderij van Permeke kan zijn
gesneden : expressieve kracht, hoekig, monumentaal…
Eddy houdt al
jaren onze straten schoon en zoals we weten wordt de kwaliteit van een
maatschappij afgemeten aan twee zaken. Ten eerste, hoe draagt die maatschappij
zorg voor haar zwakkeren. Ten tweede, hoe schoon zijn de straten. En daar zorgt
Eddy voor. Een mens van de straat maar geen straatmens. Meer een mens van de
mensen.
Eddy heeft
nog om een andere reden mijn hart gestolen. Namelijk, wanneer een
begrafenisstoet passeert, stopt Eddy met vegen, neemt hij zijn pet af en buigt hij
eerbiedig het hoofd voor de overledene en de familie. Daar doe ik mijn hoed
voor af.
Wij als
kinderen deden dat ook. Wij stopten met voetballen en hielden het even stil,
zomaar. Ik weet niet waarom maar we wisten dat het zo hoorde. Waren we beter
opgevoed ? Ik durf het niet te denken maar er moet toch iets geweest zijn. Dat
er nu blijkbaar niet meer is. Waar zijn we dat kwijtgespeeld, dat natuurlijk
aanvoelen van wat beleefdheid is, dat elementaire respect voor de anderen ?
Niemand die het weet. Maar we lijken wel iets kwijt te zijn, toch ?
Beste Eddy,
het kan niet anders of je bent ook een beetje een fietsliefhebber, en daarom benoem ik je
officieus tot erelid van onze club. Omdat je onze straten netjes houdt en oh zo
vaak de laatste bent om ons nog één keer te groeten. Het ga je goed.
Tot horens,
Serge