Geen enkel leven gaat over rozen. Ook een wielerclub krijgt soms klappen. Frans en Tine gaan ons verlaten.
Laat mij m’n eerste kennismaking met Frans kort schetsen. Ergens ter hoogte
van Beernem komt een mij onbekende kerel plots naast me fietsen. “Serge, ik wil
dat we ons misverstand straks meteen uitpraten. In ’t belang van ons beiden.”
Ik moet toegeven dat ik het even niet wist maar de toon was gezet. Frans ten
voeten uit. Kwinkslagen bij de vleet maar altijd met een reuzenknipoog.
Wij hebben hem daarna leren kennen als een zeer speciale maar warme mens. Het
hart op de juiste plaats en erg begaan met de anderen, méér dan met zichzelf. Frans
deed altijd zijn duiten in het zakje om de sfeer erin te houden. Maar dit ging nooit
ten koste van de ander. Integendeel. En zelfs als zijn batterij naar het einde
van de rit helemaal leeg was vond hij toch nog altijd een halve cartouche om
toch nog heel even zijn deel van het kopwerk te doen.
Maar vergeten we niet dat achter elke grote man een grote vrouw staat en
omgekeerd. Tine was de rustigheid zelve - de stille rots in de branding - die
alles eerder vanop een afstand leek te bekijken maar daarom niet minder
aanwezig was. Eén blik naar Frans was voldoende. Zoals alleen vrouwen dat
kunnen. Ook zij droeg méér dan haar steen bij aan het wel en wee binnen de
club. Met duidelijk minder decibels dan Frans maar daarom niet minder
gewaardeerd.
In ’t gewone leven ontmoet je de meest schone mensen. Daarom dat we ook
maar een gewoon clubtje zijn. Maar WD Breduinia moet het voortaan dus zonder Frans
en Tine doen. Jammer is dat. Maar in ’t leven moet men zijn hart volgen. En als
er in Halle mensen zijn die hen óók broodnodig hebben, dan is dat zo.
Frans en Tine, jullie passage bij WD Breduinia staat in grote letters
ingeschreven in ons geschiedenisboek. ’t Was een waar genoegen om jullie erbij
te hebben gehad. We mogen hopen dat dit afscheid eerder een “Tot weerziens” is
en geen “Adieu”.
Tot weerziens,
Serge