Ik zit in de problemen. Ik heb last van de overgang.
Mijn winterbenen verlangen naar het zomerreces. Mijn zomerbenen zijn nog in winterslaap.
De maand januari is trouwens traditioneel geen makkelijke maand.
Het begint meestal prima met goed en iets te weldadig eten en drinken maar dan komt de terugval. Je komt tot de vaststelling dat er wat feestkilo’s zijn bijgekomen en het gebrek aan licht begint na een tijdje danig op je zenuwen en vooral op je humeur te werken.
De weergoden zijn ons in januari normaliter minder en minder genegen en laten het bakken regenen. De mountainbikeparcours liggen er als verzopen bij. Het is ploeteren geblazen en ik moet me door sommige slijkpassages sleuren en tegelijk uitermate mijn best doen om recht te blijven - wat mij met de regelmaat van een klok ook niet lukt trouwens.
Tot overmaat van ramp ben ik dan ook nog eens jarig in januari waardoor Peter Koelewijn dagenlang door mijn hoofd gaat spoken (“Je wordt ouder kerel, geef het maar toe…”).
God had er beter aan gedaan om de baan van de aarde rond de zon iets in te korten. Of nog beter, een hoekje af te steken toen Hij bij de maand januari kwam. ’t Zou kunst en vliegwerk hebben betekend maar ik denk dat God dat had gekund, mocht hij gewild hebben. Anderzijds, dan was ik misschien nooit geboren geweest wat ik ook niet zo’n positieve gedachte vind.
In elk geval heb ik er goede hoop op dat het toenemende licht straks mijn hormoonspiegel terug op orde krijgt, dat mijn koersfiets mij lachend staat op te wachten in de zin van “laat ons eraan beginnen” en dat God mij zachtjes influistert “dat van die januari, zou geen goed idee geweest zijn”.
Tot horens
Serge