“Zeg Hilde, dat was me nogal een avontuur !”
“Dat mag je wel zeggen.”
“Nogmaals onze oprechte felicitaties.”
“Dank je, dank je.”
“Ondertussen Hilde … eeucch … is tijdens jullie afwezigheid bij ons een klein ideetje beginnen te rijpen.”
“En dat is?”
“Wel ’t is niet … eeucch … makkelijk om dat onder woorden te brengen maar toen Luk er een maand niet was vonden wij dat op een bepaald ogenblik ... erg rustgevend eigenlijk - en dachten wij … eeucch … zo’n dertig dagen … eeucch … zonder Luk… eeucch … dat dat wel iets had. We zouden daar - als jullie dat niet erg vinden natuurlijk - eigenlijk … eeucch … een jaarlijks evenement willen van maken. Wat denk je? “Dertig dagen zonder Luk” ? Wij zien dat best zitten. ’t Is ook erg catchy, vind je niet?”
“Denken jullie écht dat ik volgend jaar weer heel Frankrijk rondrijd?”
“Niet overdrijven hé Hilde. Luk is beresterk en we dachten aan TourdeHollande of TourdeAllemagne of TourdeEspagne. Het moet niet altijd Frankrijk zijn natuurlijk. Mogelijkheden zat eigenlijk.”
“Moet ik dan weer elke dag een overnachting zoeken, de boodschappen doen, masseuse van dienst spelen, wassen en plassen en alles oplossen wat maar fout kan gaan?”
“Als je dat niet erg zou vinden.”