“Mama, ik wil graag viroloog
worden.”
“Virowadde Marcske?”
“Ik wil me specialiseren in
virussen, mama.”
“Maar Marcske toch … waar komt
dat idee nu ineens vandaan?”
“Maar Erika gaat dat óók doen!”
“Jamaar, ge moet gij niet alles
doen wat Erika doet.”
“Maar mama - ik wil echt alles
weten over virussen.”
“En een leven in volkomen
anonimiteit leiden?”
“Alles voor de wetenschap, mama -
en je weet maar nooit dat zo’n virus ooit een keer...”
“Zou je niet liever weerman
worden? Of voetbalanalist? Dan kom je dagelijks op TV?”
“Die gasten weten amper waarover
ze praten, mama. Dat is niets voor mij.”
“Of kerkjurist? Dan kun je héél
veel twitteren.”
“Ik voel me meer wetenschapper - ik geloof alleen wat ik weet.”
“Of politicus? Dan kan je zoveel
zeggen als je wil en het hoeft niet eens juist te zijn.”
“Mamaaaaaaaaaaaaaa!!!!!”
“Ja ja, ’t is al goed Marcske -
maar later niet komen klagen hé - als je virudinges tot niets hebben geleid.”