Dostojevski
dinsdag 17 augustus 2021
Ik dacht weer eens een goede daad te stellen. Luister wat mij is overkomen.
Eerst het voorspel. Ik vind in mijn kasten tal van leesboeken. Ik denk wat staan die hier te doen. Ik besluit dat het beter zou zijn mocht iemand er wat aan hebben. Ik besluit ze aan de bibliotheek te schenken. Zo gezegd, zo gedaan.
“Goedemorgen juffrouw.”
“Goedemorgen mijnheer.”
“Het is het volgende. Ik zou deze boeken aan de bibliotheek willen schenken. Bij mij thuis staan ze niets te doen en ik dacht, ik schenk die beter weg zodat iemand er nog wat aan heeft.”
De jonge deerne kijkt met een afwezige blik naar mijn grote kist met boeken, ze fronst haar wenkbrauwen en nog voor ze een woord heeft gesproken voel ik al dat dit misgaat.
“Dat zijn wel oude boeken hé mijnheer.”
“Eeuuch. Het is maar de vraag wat en wanneer iets oud is. Ze zijn volgens mij niet oud. Ze zijn volgens mij literatuur. Boon, Claus, Reve, van der Heijden… kun je bezwaarlijk oud noemen. Die moet iedereen toch minstens één keer gelezen hebben in zijn leven. Oud zou ik ze dus niet noemen.”
“De politiek van onze bibliotheek is dat we geen boeken bewaren die ouder zijn dan tien jaar.”
Ze heeft het niet begrepen, ik word een beetje boos en ik besluit er nog een flinke schep bovenop te doen.
“Dus als ik Dostojewski wil lezen, één van de grote namen uit de Russische literatuur, zijn meesterwerk De Gebroeders Karamazov bijvoorbeeld, dan kan ik hier niet terecht?”
“Dosto wie?”
Ik rond het gesprek af – ik laat mijn boeken achter “voor de verkoop” - en keer ontdaan huiswaarts. Ik ben één vat filosofische ellende. Hoe kan iemand een toekomst hebben als hij geen verleden heeft? Waarom leggen we de lat alsmaar lager? Zoals die onderwijzeres die beweerde dat kinderen geen schoolslag meer moeten leren, dat een beetje spartelen volstaat. Ik moet hulp inroepen. Ik bel zo snel mogelijk Aristoteles. Die zal raad weten. Of Jean Paul Van Bendegem. Wie weet.
Serge